Met een zachte plop werd
het huwelijk tussen kurk en fles voor het eerst in twintig jaar
verbroken. Heimelijk voorzichtig sluipt de geur van verdampende
whisky door de hals, en begint aan een explorerende tocht door de kamer,
langsheen het warme geel van knetterend hout in de haard en geleid door de
convectiestromen van de avondlijke atmosfeer in de tasting-shop. Glijdend langs muren van oud hout treft
hij onbereikbare lotgenoten die nog zitten opgesloten in hun glazen kerker. Bij
het vullen van het glas wentelt hij zich in de waterval van zichzelf, beheerst
exploderend in een geurig en diep boeket van mout, turf, hout, mos, zeewier en
andere aromaten uit de woeste hooglanden van het groene Schotland. Verder
vloeit hij, van glas naar tong en neus, waar hij voor het eerst in
aanraking komt met zijn gastheer. Turbulent geeft hij in enkele seconden het
beste van zichzelf, en brengt de zintuiglijke waarneming van zijn gebruiker tot
een climax, waarna hij zachtjes wegsterft, zijn lange rijpende leven meenemend
in de organische catacomben van zijn schepper, maar verder levend als
vluchtige herinnering aan hoe alles zou moeten zijn....
Welkom, in het Whiskyhuis.